Om te begrijpen hoe klitten in de kattenvacht ontstaan en ze zoveel mogelijk te voorkomen, is het goed om te weten hoe kattenharen groeien. Eerder schreef ik al over de verschillende groeifases van de kattenvacht. Dit keer wil ik het hebben over het verschil tussen dekharen en onderwol. Iedere kattenvacht bestaat uit dekharen en onderwol en het ene kattenras heeft meer onderwol dan het andere. Bij de dekharen groeit er 1 haar uit een haarzakje en bij de onderwol groeit het met bundels uit een haarzakje. Dekharen klitten niet zo snel. De meeste klitten ontstaan juist in de onderwol van de kat, en dan voornamelijk in de nazomer en het voorjaar.
De groeicyclus van de kattenvacht
In de zomermaanden staat de groei van de vacht een beetje stil. Daarna, ongeveer vanaf september, begint de vacht zich voor te bereiden op de winter. Het haar, en vooral de onderwol, gaat dan weer groeien. Je kunt je voorstellen dat er nogal wat gebeurt in de vacht als de onderwol in bundels begint te groeien. Afhankelijk van het soort vacht zul je deze dan ook regelmatig moeten kammen om klitten te voorkomen. Een kat met veel onderwol heeft bijvoorbeeld meer kans op klitten dan een kat met minder onderwol. Maar zelfs als je regelmatig kamt, kan het gebeuren dat de vacht gaat klitten. Ook in de periode maart/april, als de wintervacht los begint te laten, is het risico op viltplekken groot.
Andere factoren
Er zijn ook andere factoren die invloed hebben op klitvorming in de kattenvacht. Onderliggende ziekte, pijn, stress en ook de hormoonspiegel. Daarnaast speelt het weer een rol: warmte, vorst en regen bijvoorbeeld. Zelfs binnenkatten kunnen hier last van hebben, want zodra het buiten koud wordt, zetten we lekker de kachel aan. Dan wordt het droog in huis en dat kan invloed hebben op de vacht.
Voel je de vacht vollopen en kom je er moeilijker doorheen met de kam? Maak tijdig een afspraak voor een trimbehandeling om viltplekken te voorkomen!